Infiltratievoorzieningen

Infiltratie kan op verschillende manieren gebeuren. We onderscheiden 3 types infiltratievoorzieningen: waterdoorlatende verhardingen, open infiltratievoorzieningen en ondergrondse infiltratievoorzieningen. De voorkeur wordt gegeven aan een open voorziening, dit is vaak ook de goedkoopste manier om het regenwater te laten infiltreren. Bij elk type infiltratievoorziening dien je het onderhoud en de reiniging in acht te nemen om de waterdoorlatendheid te behouden.

Maar waarvoor kies ik nu?

Waterdoorlatende verhardingen

Overweeg bij het aanleggen van een inrit of terras om waterdoorlatende materialen te gebruiken. Hierbij moet men ook een geschikte fundering leggen. De waterdoorlatende verhardingen zijn geschikt bij een relatief hoge grondwaterstand. Deze dienen wel goed onderhouden te worden om de doorlatendheid te behouden. Deze verhardingen kunnen gebruikt worden voor paden, oprit, parkeerplaats of terras.

Enkele voorbeelden:

  • Halfverhardingen: deze zijn opgebouwd uit kleine losse stukjes zoals dolomiet of grint.
  • Grastegels uit kunststof: deze bestaan uit kunststofplaten voorzien van gaten waartussen men gras groeit.
  • Grastegels uit beton: deze bestaan uit betonstenen met openingen waartussen gras groeit.
  • Waterdoorlatende of waterpasserende betonstraatstenen: infiltratie kan hier gebeuren tussen de voegen, via drainageopeningen in de steen of via een poreuze steen.

Onder een waterdoorlatende verharding moet steeds een waterdoorlatende fundering bestaande uit steenslag voorzien worden. Een cementgebonden fundering (zoals zandcement of schraal beton) is niet waterdoorlatend. Bijkomend dient deze fundering voldoende dik te zijn om het water op te vangen en in de bodem te brengen (minimaal 15cm). Bij grote verharde oppervlakten en een hoge grondwatertafel is een onderfundering in steenslag  eveneens aangewezen (30-40cm) zodat voldoende buffercapaciteit aanwezig is.

Open infiltratievoorzieningen

Open infiltratievoorzieningen genieten steeds de voorkeur, deze zijn niet alleen goedkoop in aanleg maar functioneren ook veel beter (vooral in zones met hoge grondwatertafel), bijkomend is er steeds visuele controle op de werking van de voorziening. Bij een afkoppelingsproject kan je bijvoorbeeld ook op de regenwaterpijpen een bochtstuk van 90° plaatsen waardoor het regenwater natuurlijk afvloeit naar het gazon of de beplanting (infiltratie naar de randzone).

De soorten open infiltratievoorzieningen

  • Infiltratiekom:
    Dit is een van de makkelijkste oplossingen. Dit is een uitgegraven kom in het gazon (niet dieper dan 30 cm), waarin het regenwater verzameld wordt en van waaruit het in de bodem kan sijpelen. De infiltratiekom is geschikt voor een hoge grondwaterstand maar vergt een iets regelmatig onderhoud (gras maaien, verwijderen bladeren) om de doorlaatbaarheid te behouden.
  • Wadi:
    dit is een infiltratiekom met eronder een drainagekoffer en drainageleiding die dienen om een extra buffervolume te realiseren. De wadi is geschikt voor een minder goed doorlaatbare bodem maar de grondwaterstand dient laag genoeg te zijn.
  • Infiltratiegracht
    dit is een infiltratievoorziening die dieper is dan 30cm en die zich deels in het grondwater kan bevinden. Het infiltratievolume dat hier gerealiseerd wordt is het deel tussen de gemiddeld hoogste grondwatertafel en het niveau van de noodoverlaat.
  • Infiltratievijver
    de vijver mag hierbij niet voorzien worden van een ondoorlatende bodem, het hemelwater moet immers kunnen infiltreren. De voorziening heeft een diepte die zich tot in de grondwatertafel bevindt zodoende er steeds water in de vijver staat. Het infiltratievolume dat hier gerealiseerd wordt is het deel tussen de gemiddeld hoogste grondwatertafel en het niveau van de noodoverlaat. Bij een overgedimensioneerde vijver kan een noodoverlaat weggelaten worden.

Ondergrondse infiltratievoorzieningen

Sinds 2 oktober 2023 dienen infiltratievoorzieningen echter bovengronds worden aangelegd, tenzij ondergrondse aanleg onvermijdbaar is, hiervoor dient een afwijking aangevraagd te worden met de omgevingsvergunning. Plaatsgebrek of een hoge grondwaterstand zijn in de regel onvoldoende om een afwijking te bekomen). De voorziening mag zich eveneens niet dieper dan 50cm bevinden, wat de meeste ondergrondse infiltratiesystemen uitsluit. Wenst u toch dieper aan te leggen dan 50cm, dan dient u dit te staven met infiltratieproeven en grondwaterpeilmetingen in de periode november tot en met maart waarbij de gemiddeld hoogste grondwatertafel aangenomen dient te worden.

Als je een ondergrondse infiltratievoorziening plaatst, volg dan zeker de voorschriften op voor de plaatsing en het onderhoud om de goede werking te behouden. Zo dient men ook omheen de infiltratievoorziening voorzorgen te nemen om de infiltratie te bevorderen (b.v.b. geotextiel, aanvulling met waterdoorlatend materiaal).

Bij ondergrondse infiltratie dient er ook gedacht te worden aan de ontluchting. De lucht in dit ondergrondse infiltratiesysteem moet namelijk weg kunnen om ruimte te maken voor het regenwater. Er wordt ook best een voorfilter geplaatst om het grof vuil en zand tegen te houden en dus zo dichtslibbing van de infiltratievoorziening te voorkomen. De infiltratievoorziening moet tevens ook toegankelijk zijn voor onderhoud en dus voorzien te zijn van één of meerdere toegangsluiken (raadpleeg hiervoor de technische informatie van de voorziene infiltratievoorziening).

Bijkomend dient tussen de hemelwaterput en infiltratievoorziening een terugslagklep geplaatst te worden om te vermijden dat hemelwater vanuit de infiltratievoorziening terugkeert naar de hemelwaterput.

De soorten ondergrondse infiltratievoorzieningen

Hieronder worden enkele soorten ondergrondse infiltratievoorzieningen opgesomd. Er zijn nog tal van systemen op de markt maar bepaalde zijn ze niet altijd even toepasbaar gelet op de vaak hoge grondwatertafel in de regio en het feit dat in de Gewestelijke verordening hemelwater de diepte beperkt is tot 50cm en bovengrondse aanleg verplicht is (tenzij ondergrondse aanleg onvermijdbaar is).

  • Infiltratiesleuf:
    dit is vaak een lange maar smalle sleuf met een goed doorlatende steenslagkoffer bestaande uit bv. kiezel of grint. De koffer wordt omhuld met een geotextiel (doek) om inspoeling van grond tegen te gaan. Deze sleuf kan mooi geïntegreerd worden in de tuin en wordt ook gebruikt bij een minder doorlaatbare bodem.
  • Infiltratieput:
    dit is een put met een geperforeerde (gaten) of poreuze betonnen wand. De bodem kan zowel open als gesloten zijn. De infiltratieput is enkel geschikt bij een lage grondwaterstand en vaak niet toepasbaar in Maldegem.
  • Combinatieput voor hergebruik en infiltratie:
    hierbij functioneert het onderste deel van de put als regenwaterput (waterdicht) en het bovenste deel als infiltratievoorziening (poreus beton). Deze combinatieput is enkel geschikt bij een lage grondwaterstand en vaak niet toepasbaar in Maldegem.
  • Infiltratiekrat:
    dit is een krat bestaande uit kunststof met holle ruimtes, omgeven door een geotextiel. Een infiltratiekrat is geschikt om grotere oppervlaktes af te wateren. Ze kunnen naast of boven elkaar geplaatst worden.
  • Infiltratiebuis (horizontaal):
    dit is een waterdoorlatende buis (bestaande uit b.v.b. uit poreus beton of kunststof met gaatjes zoals een drainagebuis). De infiltratiebuis is geschikt bij hoge grondwaterstanden maar als de grondwaterstand tot de infiltratiebuis reikt zal deze een omgekeerde werking hebben en als drainagebuis functioneren.
  • Infiltratiebakken
    dit is een bak bestaande uit poreus beton, meerdere bakken kunnen aaneengeschakeld worden door middel van diverse overloopleidingen. Dit type is geschikter onder verhardingen met lasten gezien een beperktere dekking bovenop de bakken mogelijk is. Doch is deze voorziening niet geschikt voor grotere afwaterende oppervlakten omwille van de aaneenschakeling van meerdere bakken.

Veel gestelde vragen

Is infiltratie verplicht?

Bij nieuwbouw woningen en grote verbouwingen is de plaatsing van een infiltratievoorziening sinds 2014 verplicht. Het niet plaatsen van de verplichte voorziening is een bouwmisdrijf en kan tevens aanleiding geven tot een belasting op het niet optimaal afkoppelen van hemel- en afvalwater.

Als in de omgevingsvergunning een open voorziening is opgelegd, mag deze niet vervangen worden door een ondergrondse voorziening. Het niet volgen van de vergunde toestand kan aanleiding geven tot een belasting op het niet optimaal afkoppelen van hemel- en afvalwater.

Een afwijking op de verplichting is niet mogelijk.

Hoe groot dient mijn infiltratievoorziening te zijn?

De afwaterende oppervlakte is de som van de oppervlakten die niet op natuurlijke wijze infiltreren. Bij een uitbreiding of een nieuwe verharding dien je ook een deel van de bestaande oppervlakte mee in rekening te brengen, als deze nog niet aangesloten is op een regenwaterput/infiltratievoorziening. Dit noemt men het ‘win-backprincipe’. Als je een groendak hebt, mag je de helft hiervan in rekening brengen voor de berekening van de afwaterende oppervlakte en wanneer er een regenwaterput is mag men hiervan zelfs 30m² aftrekken. Bij andere gebouwen kan hiervoor zelfs meer in mindering gebracht worden (mits aangetoond structureel en jaarrond hergebruik).

Infiltratieoppervlak

Het infiltratieoppervlak, is de nuttige oppervlakte waarlangs het water kan infiltreren. De infiltratievoorziening dient een infiltratieoppervlak te hebben van minimum 8m² per 100m² afwaterende oppervlakte.

Infiltratievolume

Het minimaal volume van de voorziening is afhankelijk van de aangesloten oppervlakte en de locatie:

  • Standaard: 33 liter per m²
  • De Campagne (uitbreidingszone bedrijventerrein): 25 liter per m²

Hoe zit dat met de grondwatertafel?

Een infiltratievoorziening kan pas goed functioneren wanneer deze zich niet in het grondwater bevindt. Bij de berekening en keuze van de voorziening dient in eerste instantie dus rekening gehouden te worden met de grondwaterstand en de doorlaatbaarheid van de bodem.

Bij de berekening van de infiltratievoorziening dient steeds rekening te worden gehouden met de gemiddeld hoogste voorjaarsgrondwaterstand. In het voorjaar bereikt de grondwatertafel namelijk haar maximaal peil. Dit is van belang zodat in perioden van natte winters infiltratie nog steeds mogelijk is.

De diepte van het grondwater is zeer locatiegebonden, er kan dan ook geen vaste diepte aangenomen worden. In Maldegem bevindt de grondwatertafel zich aanzienlijk hoog: meestal tussen het maaiveld en 1,5m diepte. Algemeen wordt aangenomen dat tot een diepte van 50cm wordt geacht dat de bodem nog boven de gemiddeld hoogste grondwaterstand zich bevindt, op locaties met klei op geringe diepte is vaak een hogere grondwatertafel aanwezig. Raadpleeg de "Databank Ondergrond Vlaanderen" om een indactie te hebben van de grondwatertafel voor uw locatie of voer een grondwaterpeilmeting uit op uw terrein in de periode tussen november en maart.

Bijkomend dient ook rekening te worden gehouden met de samenstelling van de bodem. Bij klei op geringe diepte kan het water niet doordringen naar de bodem, maar kan er nog steeds geïnfiltreerd worden in de bovenste deklaag. In die gevallen is een infiltratiekom de meest efficiënte voorziening.

Kan ik een mindering krijgen op het te plaatsen infiltratievolume en -oppervlak?

Indien een hoger dan verwacht hergebruik van hemelwater kan aangetoond worden dat structureel en jaarrond is, kan je mogelijks een reductie bekomen op de te plaatsen infiltratievoorziening. Het besproeien van planten en gazon kan bijvoorbeeld niet in aanmerking komen gezien dit enkel in de zomermaanden gebeurt. Een meergezinswoning die het hemelwater hergebruikt voor de wasmachines en toiletten kan dan wel in aanmerking komen. Ook voor bepaalde landbouwtoepassingen kan een hoger dan verwacht structureel en jaarrond hergebruik in aanmerking komen, bijvoorbeeld voor drinkwater voor het vee.

Wat dient er bij de omgevingsaanvraag bijgevoegd worden?

Volgende zaken dienen minimaal te worden toegevoegd of vermeld te worden bij uw omgevingsaanvraag:

  • De overdekte constructies en verhardingen waarbij het hemelwater dat erop valt op eigen terrein infiltreert (duid eveneens aan hoe de verharding zal afwateren, bij waterdoorlatende verhardingen ook de opbouw ervan met eventueel dwarsprofiel, de hellingsgraad en afwateringsrichting);
  • de exacte plaatsing van de hemelwaterput en de inhoud ervan in liter, de totale horizontale dakoppervlakte en de verharde grondoppervlakte die op de hemelwaterput aangesloten worden in vierkante meter, de locatie en het niveau van de overloop van de hemelwaterput alsook de aftappunten van het hemelwater;
  • de exacte plaatsing, omvang en diepte van de infiltratievoorziening, het buffervolume van de infiltratievoorziening in liter, de totale horizontale dakoppervlakte en de verharde grondoppervlakte die op de infiltratievoorziening aangesloten worden in vierkante meter en de locatie en het niveau van de overloop van de infiltratievoorziening (voeg eventueel ook een doorsnede toe met aanduiding van alle niveaus zodoende duidelijk is hoe uw infiltratievoorziening zal werken);
  • een document waarmee u gemotiveerd aantoond dat de voorziening een afdoende capaciteit heeft;

Extra informatie

Voor meer informatie en details over de berekening van de infiltratievoorziening en instrumenten die helpen bij het uitwerken van een infiltratievoorziening wordt verwezen naar volgende informatiebronnen:

  • Technisch achtergronddocument op de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater
  • Provinciaal beleidskader voor wateradviezen versie 2.0
  • Databank Ondergrond Vlaanderen (DOV)

Contact