Beheer waterlopen

De onbevaarbare waterlopen in Maldegem worden beheerd door verschillende instanties. Wie de waterloop beheert hangt af van de categorie van de waterloop.

Categorieën

  • Onbevaarbare waterlopen van categorie 2 worden beheerd door de Provincie
  • Onbevaarbare waterlopen van categorie 3 worden beheerd door de Polder en/of watering
  • Niet geklasseerde waterlopen
    • Straatgrachten langsheen Gemeentewegen worden beheerd door de Gemeente
    • Straatgrachten langheen gewestwegen en autosnelwegen worden beheerd door het Agentschap Wegen en Verkeer
    • Andere niet geklasseerde waterlopen en privé grachten worden beheerd door de eigenaar van het aangrenzende perceel. Enkel wanneer het gaat om een 'gracht van algemeen belang' neemt de Gemeente het beheer ervan op zich, zonder het eigendom ervan over te kopen.

In sommige gebieden zijn polders of wateringen actief. Dat zijn openbare besturen die opgericht zijn in gebieden waar het waterbeheer een bijzondere zorg vereist. In die gebieden beheren zij de onbevaarbare waterlopen van 2de en 3de categorie.

Kan ik opzoeken wie welke waterloop beheert?

Het is mogelijk om via Geopunt het geoloket waterlopen zelf de categorie en beheerder te raadplegen van een waterloop dankzij de Vlaamse Hydrografische Atlas (VHA). Via de website van de Provincie Oost-Vlaanderen kan u ook de atlas raadplegen van de waterlopen en de bijhorende tabellen met afmetingen. Wenst u meer informatie over een bepaalde waterloop kan u steeds contact opnemen met de Gemeente of waterloopbeheerder.

Waar houd je als aanpalende eigenaar of gebruik rekening mee?

Bij waterlopen in het beheer van het Vlaams Gewest, Provincie of de Gemeente

Waar?RechtsgrondWat?
In de waterloop zelf KB 1970, art. 10 1 Je mag de oevers niet beschadigen.
KB 1970, art. 10 2 Je mag de waterloop niet versperren of de waterafvoer hinderen.
Wet 1967, art. 14 Je mag enkel werken (zoals bouwen van brugjes, aansluiten van waterafvoer, overwelven van de waterloop, ...) uitvoeren als je daarvoor een toestemming hebt gekregen van de Deputatie van het Provinciebestuur (voor waterlopen gerangschikt in 2de of 3de categorie) of van de Vlaamse Milieumaatschappij (voor waterlopen gerangschikt in 1ste categorie).
In de 1 meterzone Decreet IWB, art. 10 §1, 2° en 3° Je mag in een zone van 1 meter landinwaarts vanaf de kruin geen grondbewerkingen uitvoeren (ploegen, eggen, zaaien, …) of bestrijdingsmiddelen gebruiken.
KB 1970, art. 8 Percelen langs een waterloop die als weiland gebruikt worden, moeten afgerasterd worden om het vee van de waterloop weg te houden. De omheining moet geplaatst worden op minstens 0,75 tot 1 meter vanaf de kruin van de oever en mag niet hoger zijn dan 1,5 meter.
In de 5 meterzone
=erfdienstbaarheidszone
Decreet IWB, art. 10 §1, 1° Je mag er niet bemesten.
Decreet IWB, art. 10 §1, 4° Je mag er geen nieuwe bovengrondse constructies oprichten.
Wet 1967 art. 17 §1 De waterloopbeheerder heeft een recht op doorgang in deze zone. Dwarsafsluitingen mogen de toegang tot de 5 meterstrook dus niet belemmeren. Je moet ze kunnen wegnemen of voorzien van een voldoende brede poort. De waterloopbeheerder mag in de 5 meterstrook materialen en werktuigen plaatsen om werken aan de waterloop uit te voeren.
Wet 1967 art. 17 §2 De waterloopbeheerder mag er niet-schadelijke ruimingsspecie en maairesten deponeren zonder daarvoor een vergoeding te moeten geven.
In de 6 meterzone Wet natuurbehoud art. 40 Het is verboden naaldbomen aan te planten binnen 6 meter vanaf de kruin van de waterloop.
In de 10 meterzone Decreet IWB, art. 10 §1, 1° Je mag er niet bemesten als je perceel gelegen is binnen het Vlaams Ecologisch Netwerk of als het perceel afhelt.

Bij waterlopen en grachten beheerd door een polder of watering

Waar?RechtsgrondWat?
In de waterloop zelf KB 1958 art. 1, KB 1958 art. 3 voor grachten Je mag de oevers niet beschadigen.
KB 1958 art. 1, KB 1958 art. 3 voor grachten Je mag de waterloop niet versperren of de waterafvoer hinderen.
KB 1958 art 1, KB 1958 art. 3 voor grachten Je mag enkel werken (zoals bouwen van brugjes, aansluiten van waterafvoer, overwelven van de waterloop, ...) uitvoeren als je daarvoor een toestemming hebt gekregen van de Deputatie van het Provinciebestuur (voor waterlopen gerangschikt in 2de of 3de categorie) of van de Vlaamse Milieumaatschappij (voor waterlopen gerangschikt in 1ste categorie).
In de 1 meterzone Decreet IWB, art. 10 §1, 2° en 3° Je mag in een zone van 1 meter landinwaarts vanaf de kruin geen grondbewerkingen uitvoeren (ploegen, eggen, zaaien, …) of bestrijdingsmiddelen gebruiken.
KB 1958, art. 5 Percelen langs een waterloop of gracht die als weiland gebruikt worden, moeten afgerasterd worden om het vee van de waterloop weg te houden. De omheining moet voldoen aan de voorschriften van het polder- of wateringbestuur.
In de 5 meterzone
=erfdienstbaarheidszone
Decreet IWB, art. 10 §1, 1° Je mag er niet bemesten.
Decreet IWB, art. 10 §1, 4° Je mag er geen nieuwe bovengrondse constructies oprichten.
KB 1958, art. 6 De waterloopbeheerder heeft een recht op doorgang in deze zone en mag er materialen en werktuigen plaatsen om werken aan de waterloop of gracht uit te voeren (breedte niet vermeld in de wetgeving).
KB 1958, art. 6 De waterloopbeheerder mag er niet-schadelijke ruimingsspecie en maairesten deponeren uit de waterloop of gracht (breedte niet vermeld in de wetgeving).
In de 6 meterzone Wet natuurbehoud art. 40 Het is verboden naaldbomen aan te planten binnen 6 meter vanaf de kruin van de waterloop.
In de 10 meterzone KB 1958, art. 5 Voor uitgravingen, het plaatsen van pompen of het aanleggen van drenkplaatsen op minder dan 10 meter van de waterloop of gracht is een machtiging nodig van het polder- of wateringbestuur.
Decreet IWB, art. 10 §1, 1° Je mag er niet bemesten als je perceel gelegen is binnen het Vlaams Ecologisch Netwerk of als het perceel (sterk) afhelt.

Private grachten

Voor private grachten wordt verwezen naar een apart artikel op de website.

Contact